First night

In het meest prille begin van onze relatie hebben M en ik een nacht pratend doorgebracht. Dat was tamelijk heftig, en ik denk dat ik me daarover wel eens eerder heb geuit.
Ik wist dus wat me te wachten stond. Dacht ik.

Maar er zijn verschillen. Om te beginnen behoorde ik indertijd tot de primaire kring van slachtoffers. Ik was de tweede in rij. Mijn vader stond op nummer 1. Mijn broertje en zusje kwamen na mij en werden uiteindelijk ernstiger slachtoffer dan ik. Mede doordat ze langer in de nabijheid van mijn moeder bleven. Ik ontsnapte net niet te laat. Decennialang heb ik die eerste zeventien jaren weggedrukt. Ik was woedend op mijn zusje die mij (ook alweer veel jaren geleden) herinnerde aan de echte werkelijkheid. Aan ons echte verleden. Ze haalde wonden genadeloos open.

Toch was het een tweestrijd. Een strijd tussen mijn moeder en mij. Uitgevochten zonder fysieke aanwezigheid. Een strijd die ik niet kon winnen. De dood van mijn vader, de omstandigheden waaronder dat plaats vond, het heeft me zelfs toen geen helderheid gegeven. Afgesloten. Niet meer ontvankelijk voor het kwaad. Ik was immuun. Meende ik.

Klopte misschien ook wel een beetje. Die eerste nacht met M had ik een redelijk vertrouwen in mezelf. Dat het niet makkelijk zou worden was me glashelder, maar ik had voor heter vuren gestaan. Meende ik.

Pas nu realiseer ik me dat Het Geval nieuwe wapens in de strijd had gebracht. Haar kinderen. Ik zweer het je, kinderen die ze zelf heeft gedragen. Ze zet ze in. Tegen M. Tegen mij ook? Weet ik niet zeker. Misschien ben ik ook maar gewon een nieuw wapen geworden in haar gevecht tegen M. Het is mogelijk dat ik een combinatie vorm van instrument en target. Alles in het kader van kapotmaken.

B en E zijn de nieuwe wapens tegen… tegen wat eigenlijk? Tegen wie? Tegen M? Tegen M en mij? Of misschien tegen alles? Alles wat niet Het Geval is?

Is dat anders dan mijn moeder handelde dan? Misschien. Vroeger verzette ik me tegen mijn moeder. Als eenling. Nu word ik onder vuur genomen vanuit verschillende hoeken. Ooit bevond ik me in de positie van C. Ooit bevond ik me – misschien zelfs sterker – in de positie van B.

Het is even wennen aan de gedachte dat ik uiteindelijk mezelf tegenkom. Was ik toen ook een wapen? Ik hoop dat niet te weten te komen. Ik ben dus gewoon bang voor het verleden. Nu.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alle beschreven personen en gebeurtenissen zijn fictief. Elke overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.